Het in B.4 beschreven verschil in behandeling is niet zonder redelijke verantwoording, aangezien uit hetgeen in B.2 is vermeld, blijkt dat het bij de in het geding zijnde bepaling (artikel 171, 5°, c), van het W
IB 1992) ingevoerde stelsel van de compensatievergoedingen analoog is aan het stelsel dat voor de inkomsten uit de beroepswerkzaamheid is ingevoerd (artik
el 171, 5°, b), van hetzelfde Wetboek) en aangezien, voor het overige, uit hetgeen in B.7 is vermeld, blijkt dat de belastingplichtigen die winst of baten genieten, worden beh
...[+++]andeld op een wijze die analoog is aan die waarin is voorzien voor de belastingplichtigen die bezoldigingen genieten.
La différence de traitement décrite en B.4 n'est pas dénuée de justification raisonnable dès lors qu'il ressort de ce qui est dit en B.2 que le régime des indemnités compensatoires établi par la disposition en cause (article 171, 5°, c), du CIR 1992) est analogue à celui établi pour les revenus de l'activité professionnelle (article 171, 5°, b), du même Code) et qu'il ressort, au surplus, de ce qui est dit en B.7 que les contribuables percevant des bénéfices ou profits sont traités de manière analogue à celle prévue pour les contribuables percevant des rémunérations.