Dit is de oplossing waarvoor in het Belgische recht is geopteerd voor de financiële instrumenten die op basis van vervangbaarheid in bewaring worden gehouden bij vereffenings
instellingen of hun aangesloten leden (zie artikel 2, derde lid van het koninklijk besluit nr. 62), voor de gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld (zie artikel 3 en artikel 11 van de wet van 2 januari 1991), voor de thesaurie- en depositobewijzen die in gedematerialiseerde vorm zijn uitgegeven (zie artikel 7 van de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de deposi
tobewijzen, dat een aantal ...[+++] bepalingen van de wet van 2 januari 1991 van toepassing verklaart), alsook voor de gedematerialiseerde effecten als bedoeld in de artikelen 468 en volgende van het Wetboek van vennootschappen.C'est précisément la solution retenue par le droit belge pour les instruments financiers détenus en régime de fongibilité auprès des organismes de liquidation ou de leurs affiliés (voy. l'article 2, alinéa 3 de l'arrêté royal n°62 ), pour les titres dématérialisés de la dette publique (voy. l'article 3 et l'article 11 de la loi de la loi du 2 janvier 1991), pour les billets de
trésorerie et les certificats de dépôt émis sous la forme de titres dématérialisés (voy. l'article 7 de la loi du 22 juillet 1991 relative aux billets de trésorerie et aux certificats de dépôt qui rend applicables certaines dispositions de la loi du 2 janvier 1991)
...[+++] et pour les titres dématérialisés visés par les articles 468 et suivants du Code des sociétés.