Wat betreft de deontologische benadering, onderlijnt dit lid dat het hier een beoordeling a posteriori betreft; het gedrag van de advocaat wordt immers niet beschouwd als een voorwaarde om als advocaat te worden aanvaard. Om als advocaat te worden aanvaard, moet immers alleen een attest van goed gedrag en zeden worden voorgelegd.
Il souligne qu'en matière de déontologie, on a affaire à une appréciation a posteriori ; le comportement de l'avocat, en effet, n'est pas considéré comme une condition pour être admis comme tel. Il suffit pour cela de produire un certificat de bonnes vie et moeurs.