Zelfs indien dwingende redenen uitzonderlijk het weigeren van de toegang tot een advocaat zouden rechtvaardigen, mag een dergelijke beperking — wat ook de rechtvaardiging ervan zij — geen onnodige schade toebrengen aan de rechten van de beschuldigde onder artikel 6 EVRM, aldus het Hof (§ 55).
Selon la Cour, même lorsque des raisons impérieuses peuvent exceptionnellement justifier le refus de l'accès à un avocat, pareille restriction — quelle que soit sa justification — ne doit pas indûment préjudicier aux droits découlant pour l'accusé de l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme (§ 55).