2° er wordt een 5° bis ingevoegd, luidend als volgt : " 5° bis houder zijn, in het secundair onderwijs voor sociale promotie, van een door de Regering vastgesteld vereist bekwaamheidsbewijs in verband met het toe te kennen ambt of de in artikel 20 bed
oelde opeenvolgende afwijkingen hebben genoten gedurende minstens 150 dagen dienst in het ambt, voor de tijdelijke die houder is van het bekwaamheidsbewijs behorend tot de categorie voldoende bekwaamheidsbewijzen, en gedurende minstens 300 dagen dienst in het ambt, verdeeld over minstens 2 schooljaren, voor de tijdelijke die houder is van een bekwaamheidsbewijs behorend tot de categorie scha
...[+++]arstebekwaamheidsbewijzen; " ; « 5° bis être porteur dans l'enseignement secondaire de promotion sociale d'un titre requis fixé par le Gouvernement en rapport avec la fonction à conférer ou avoir fait l'objet de dérogations successives prévues à l'article 20 pendant au moins 150 jours de service dans la fonction pour le temporaire porteur du titre de capacité relevant de la catégorie des titres suffisants et pendant au moins 300 jours de service dans la fonction répartis sur 2 années scolaires au moins pour le temporaire porteur d'un titre de capacité relevant de la catégorie des titres de pénurie; »;