-
die drie opeenvolgende afwijkingen hebben genoten in de zin van artikel 20 van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtinge
...[+++]n, zoals dit gold op 31 augustus 2000, of gedurende het schooljaar 1999-2000 en/of de periode van 1 september 2000 tot en met 30 september 2000 aangesteld waren op basis van een dergelijke afwijking, geacht worden in het bezit te zijn van een voldoende geacht bekwaamheidsbewijs.- qui ont bénéficié de trois dérogat
ions successives au sens de l'article 20 de l'arrêté royal du 22 mars 1969 fixant le statut des membres du personnel directeur et enseignant, du personnel auxiliaire d'éducation, du personnel paramédical des établissements d'enseignement gardien, primaire, spécial, moyen, technique, artistique et normal de l'Etat, des internats dépendant de ces établissements et des membres du personnel du service d'inspection chargé de la surveillance de ces établissements, tel qu'il s'appliquait au 31 août 2000, ou qui, pendant l'année scolaire 1999-2000 et/ou la période du 1 septembre 2000 au 30 septembre 2000, étai
...[+++]ent désignés sur la base d'une telle dérogation, sont sensés être en possession d'un titre jugé suffisant.