Derde middel: schending van artikel 39, leden 2, sub c, en 3, van verordening nr. 1260/1999, en van artikel 10 van verordening nr. 438/2001; schending van de beginselen betreffende de bewijslast; materiële onnauwkeurigheid van de feitelijke vaststellingen ten opzichte van de feiten in het dossier dat aan het Gerecht is overgelegd; onjuiste opvatting van de voor het Gerecht aangevoerde bewijzen
Troisième moyen, tiré de la violation de l’article 39, paragraphe 2, sous c), et de l’article 39, paragraphe 3, du règlement no 1260/1999, ainsi que de l’article 10 du règlement no 438/2001; violation des principes relatifs à la charge de la preuve; inexactitude matérielle des appréciations des faits par rapport à celles qui résultent des documents du dossier soumis au Tribunal; dénaturation des éléments de preuve produits devant le Tribunal.