Uit de cijfers die in die tabellen zijn opgenomen, blijkt dat de toepassing van de bij artikel 68-8, § 2, van de wet van 25
juni 1992 opgelegde formules ertoe leidt dat, wat de andere natuurrampen dan de aardbevingen betreft, de grens van de vergoeding die door de maatschappijen k
an worden toegepast hoger ligt dan 100 pct. van het premie-incasso voor de 20ste tot 38ste maatschappij van de markt en dat, wat de aardbevingen betreft, die grens die de maatschappijen kunnen toepassen, hoger
ligt da
...[+++]n 300 pct. van het premie-incasso voor dezelfde maatschappijen.