Daarom besloot de Belgische delegatie om de twee groepen van voorstellen van elkaar los te koppelen, en bracht zij de Vergadering ervan op de hoogte dat zij « niet voornemens was aan de Herzieningsconferentie amendementen voor te leggen waarover geen unanimiteit bestond ».
Par conséquent, la délégation belge décida de dissocier les deux groupes de propositions au cours du débat et informa l'Assemblée de ce « qu'elle n'avait pas l'intention de soumettre à la Conférence de révision les amendements qui ne faisaient pas l'unanimité ».