Bovendien is de verwijzing naar artikel 2279, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek hier totaal irrelevant, nu deze bepaling betrekking heeft op de derde verkrijger ter goeder trouw, terwijl artikel 13 van het voorstel verwijst naar de vinder van het wrak of de wrakstukken, welke niet met de derde verkrijger ter goeder trouw wordt gelijkgesteld.
De plus, la référence à l'article 2279, alinéa 2, du Code civil, est entièrement dénuée de pertinence in casu, dès lors que cette disposition se rapporte au tiers acquéreur de bonne foi, alors que l'article 13 du projet fait référence à l'auteur de la découverte de l'épave ou des débris d'épaves, lequel ne peut être assimilé au tiers acquéreur de bonne foi.