Wanneer een schaap, geit of hertachtige, geme
rkt overeenkomstig artikel 5, § 1, 1°, aan een besl
ag wordt toegevoegd waar de identificatie gebeurt overeenkomstig artikel 5, § 1, 2° of 3°, gaat de verantwoordelijke onmiddellijk over tot het bijbestellen van het identificatiemiddel met electronische transponder overeenkomstig de op het beslag van aanvoer toegepaste identificatiewijze, en dat hetzelfde nummer draagt als het reeds in het oor aanwezige plast
...[+++]ieken oormerk.
Lorsqu'un ovin, caprin ou cervidé qui est marqué conformément à l'article 5, § 1, 1°, est incorporé dans un troupeau où l'identification est effectuée conformément à l'article 5, § 1, 2° ou 3°, le responsable commande immédiatement un moyen d'identification avec transpondeur électronique conformément au mode d'identification appliqué dans le troupeau d'introduction, et qui porte le même numéro que la marque auriculaire plastique déjà présente à l'oreille.