Daar de wet van 26 juni 1990 de vrederechter bij aantoonbare psychische stoornissen en meer specifiek bij een duidelijk geval van drugverslaving niet verplicht tot het gelasten van een opneming ter observatie, is de rechtspraak in de praktijk arbitrair en niet steeds in het voordeel van de drugverslaafde en de belanghebbende(n).
Comme la loi du 26 juin 1990 n'oblige pas le juge de paix à ordonner la mise en observation des personnes présentant des troubles psychiques manifestes et, plus précisément, des cas évidents de toxicomanie, la jurisprudence présente un caractère arbitraire et pas toujours favorable au toxicomane et à l'intéressé ou aux intéressés.