De uitzondering die in dezelfde bepaling wordt gemaakt voor het uitoefenen van « het mandaat van bestuurder in burgerlijke venn
ootschappen » lijkt erop te wijzen dat het « onrechtstreeks » uitoefenen van ee
n handelsactiviteit niet enkel de handelsactiviteiten via tussenpersonen of naam
leners beoogt, maar eveneens de uitoefening van mandaten van bestuurder of zaakvoerder in een commerciële v
...[+++]ennootschap (19).