Hij voegt eraan toe dat hoewel de eengemaakte markt minder populair is dan ooit, hij noodzakelijker is dan ooit[2]. In zijn verslag wordt daarom een nieuwe strategie voorgesteld om de interne markt te behoeden voor het risico van economisch nationalisme, deze uit te breiden tot nieuwe terreinen die van essentieel belang zijn voor de Europese groei, en te komen tot een aanvaardbare consensus erover[3].
Il ajoute que s'il est "moins populaire que jamais, il est pourtant plus nécessaire que jamais"[2]. Son rapport propose donc "une nouvelle stratégie destinée à préserver le marché intérieur du risque de nationalisme économique, à l'étendre à de nouveaux domaines essentiels pour la croissance européenne et à dégager un degré de consensus acceptable à son égard"[3].