26° gebruiken van wapens, projectielen, materieel en wijzen van oorlogvoering die van die aard zijn dat zij overbodig letsel of nodeloos lijden veroorzaken of dat zij zonder onderscheid treffen in strijd met het internationaal recht inzake gewapende conflicten, voor zover dergelijke wapens, projectielen, materieel en wijzen van oorlogvoering vallen onder een algeheel verbod en zijn opgenomen in een bijlage bij het Statuut van het Internationaal Strafgerechtshof.
26° le fait d'employer des armes, projectiles, matières et méthodes de guerre de nature à causer des maux superflus ou des souffrances inutiles ou à frapper sans discrimination en violation du droit international des conflits armés, à condition que ces armes, projectiles, matières et méthodes de guerre fassent l'objet d'une interdiction générale et qu'ils soient inscrits dans une annexe au Statut de la Cour pénale internationale.