Ik kan mij met name vinden in de paragrafen 4, 8 en 9, in het bijzonder in de
passages waarin het Europees Parlement vraagt dat de EU prioriteit geeft aan hulp bij de wederopbouw en het verbeteren van de humanitaire situatie, en daarbij de nadruk legt op kwetsbare groepen zoals vrouwen en kinderen en het verstrekken van onderdak, medische voorzieningen, logistieke bijstand en voedsel, waarin het alle lidstaten vraagt zich voor te bereiden op verzoeken van de VN om extra hulp, waarin het verheugd is over het feit dat de Europese Commissie voorlopig dertig miljoen euro voor humanitaire hulp heeft toegezegd en over het besluit van de G7-lan
...[+++]den om de internationale schuld van Haïti kwijt te schelden, waarin het ook het Internationaal Monetair Fonds vraagt de uitstaande schulden van het land volledig kwijt te schelden en beklemtoont dat alle noodhulp in verband met de aardbeving moet worden verstrekt in de vorm van giften en niet als leningen die weer tot schulden leiden.
Je suis particulièrement d’accord avec le contenu des paragraphes 4, 8 et 9, et surtout les passages affirmant que l’UE devrait accorder la priorité à l’aide aux actions de reconstruction et à l’amélioration de la situation humanitaire, en ciblant les groupes vulnérables tels que les femmes et les enfants, en leur fournissant abris, équipements médicaux, moyens logistiques et nourriture.