Bij wet van 3 mei 2003 (B.S. 2 juni 2003) heeft men wel getracht om een strafbare gedraging waarop een strafrechtelijke sanctie staat, in de praktijk te laten leiden tot een depenalisering door wettelijk te verhinderen dat het Openbaar Ministerie de gedraging kon vervolgen doordat bepaalde strafbare feiten niet langer werden geverbaliseerd en geen proces-verbaal werd opgesteld.
Par la loi du 3 mai 2003 (M.B. du 2 juin 2003), on a tenté d'instaurer une dépénalisation de fait d'un comportement répréhensible, passible d'une sanction pénale, en empêchant légalement le ministère public de poursuivre les auteurs, certains faits répréhensibles ne faisant plus l'objet d'un procès-verbal.