Dat amendement werd als volgt verantwoord : « Het samenle
vingscontract wordt steeds vaker misbruikt sinds het een verblijfsrechtelijk voordeel kan opleveren. Na het verschijnsel van de schijnhuwelijken worden we steeds vaker geconfronteerd met de schijnsamenwoonst, louter voor het verblijfsrechtelijk voordeel. Dit amendement legt strengere voor
waarden op voor het gebruik van het kanaal van de samenwoonst in het verkrijgen van een verblijfsvergunning » (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-0443/
...[+++]002, p. 5).
Cet amendement était justifié comme suit : « Le contrat de vie commune est de plus en plus souvent utilisé abusivement depuis qu'il peut procurer un avantage en matière de séjour. Après le phénomène des mariages de complaisance, on est de plus en plus souvent confronté aux cohabitations de complaisance, dans le seul but d'obtenir un avantage en matière de séjour. Le présent amendement renforce les conditions d'utilisation du canal de la cohabitation dans la procédure d'obtention d'un permis de séjour » (Doc. parl., Chambre, 2010-2011, DOC 53-0443/002, p. 5).