Dat de ingebrekestelling vaststelt dat naar verluid van het jaarverslag van 2002 [vertaling] « de enige verdeling die uitgevoerd werd, dateert van februari 2003, en betrekking heeft op de billijke vergoedingsrechten voor het jaar 1996 alsook ten dele, op de rechten inzake
kopiëren voor eigen gebruik van geluidswerken voor hetzelfde
jaar » en dat er « sindsdien geen effectieve verdeling meer heeft plaats gehad en dit, ondanks de verbintenis alles in het werk te stellen om zo snel mogelijk de rechten te verdelen die voor
het verle ...[+++]den geïnd werden ».
Que la mise en demeure constate que, aux termes du rapport annuel de 2002, « la seule répartition effectuée date de février 2003, et concerne les droits de rémunération équitable pour l'année 1996 ainsi que, partiellement, les droits relatifs à la copie privée sonore pour la même année » et qu'« aucune répartition effective n'est survenue depuis, et ce, malgré l'engagement de mettre tout en oeuvre pour répartir le plus rapidement possible les droits perçus pour le passé ».