Ten gevolge van de opheffing van artikel 191, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek bij de wet van 3 mei 2003 konden de leden van het openbaar ministerie, benoemd na de stage voorgeschreven bij artikel 259octies, § 3, van hetzelfde Wetboek, geen kandidaat meer zijn om te worden benoemd als rechter of toegevoegd rechter in de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank of de rechtbank van koophandel.
A la suite de l'abrogation de l'article 191, § 1, du Code judiciaire par la loi du 3 mai 2003, les membres du ministère public nommés à l'issue du stage prévu par l'article 259octies, § 3, du même Code ne pouvaient plus être candidats à une nomination en tant que juge ou juge de complément au tribunal de première instance, au tribunal du travail ou au tribunal de commerce.