In paragraaf 29, die handelt over de strijd tegen het terrorisme, geeft de zin dat `een definitie van terrorisme in geen geval afbreuk kan doen aan het recht op zelfbeschikking van volkeren onder buitenlandse bezetting', aanleiding tot verwarring. Deze zin suggereert dat daden van terroristische aard gerechtvaardigd zouden kunnen worden in het kader van een bevrijdingsstrijd.
Deuxième remarque, au paragraphe 29, la mention, dans le texte relatif à la lutte contre le terrorisme, de la partie de la phrase « une définition du terrorisme ne saurait en aucun cas porter atteinte au droit à l'autodétermination des populations étrangères » prête à confusion : il suggère que des actes s'apparentant à des actes terroristes puissent être justifiés dans le cadre de cette lutte de libération.