3. Wanneer de medezeggenschap van de werknemers overeenkomstig Richtlijn 2001/86/EG is geregeld, kan een lidstaat bepalen dat voor het quorum en de besluitvorming van het toezichthoudend orgaan, in afwijking van de leden 1 en 2, de regels gelden die onder dezelfde voorwaarden van toepassing zijn op de naamloze vennootschappen welke onder het recht van de betrokken lidstaat ressorteren.
3. Lorsque la participation des travailleurs est organisée conformément à la directive 2001/86/CE, un État membre peut prévoir que le quorum et la prise de décision de l'organe de surveillance sont, par dérogation aux paragraphes 1 et 2, soumis aux règles applicables, dans les mêmes conditions, aux sociétés anonymes relevant du droit de l'État membre concerné.