Van de drie genoemde alternatieven beschouwt de Commissie het eerste (geleidelijke ontwikkeling van de huidige aanpak) als vermoedelijk ontoereikend, vooral omdat de eventuele vooruitgang afhankelijk zou blijven van vrijwillige overeenkomsten tussen 27 nationale toezichthouders die vaak niet dezelfde belangen hebben.
Des trois options, la Commission considère que la première, qui consiste à faire évoluer progressivement l'approche actuelle, ne serait pas suffisante, notamment en raison du fait que les progrès resteraient fondés sur un accord volontaire entre 27 régulateurs nationaux dont les intérêts sont souvent divergents.