De in het geding zijnde bepaling, die moet worden gelezen in samenhang met artikel 17 van het Gerechtelijk Wetboek, houdt in dat de OBFG en de Orde van Vlaamse balies (OVB) het beginsel in acht nemen volgens hetwelk de vereiste van een belang om in rechte te treden, als gemeen recht van de gerechtelijke procedure, zowel aan de natuurlijke personen als aan de verenigingen en andere rechtspersonen wordt opgelegd, onverminderd de wetten die de wetgever zou aannemen om aan verenigingen of aan andere rechtspersonen een specifiek vorderingsrecht toe te vertrouwen.
La disposition en cause, qui doit être lue en combinaison avec l'article 17 du Code judiciaire, implique que l'OBFG et l'« Orde van Vlaamse balies » (OVB) respectent le principe selon lequel l'exigence d'un intérêt à agir s'impose, en tant que droit commun de la procédure judiciaire, tant aux personnes physiques qu'aux associations et autres personnes morales, sans préjudice de lois que le législateur adopterait pour confier à des associations ou à d'autres personnes morales un droit d'action spécifique.