...enste
n voor plaatsing in gezinnen opheft, terwijl de diensten geen erkenning hebben kunnen aanvragen op basis van de nieuwe reglementering, aangezien artikel 25 betreffende de erkenningsprocedure nog niet in werking is getreden; dat deze toestand bijgevolg de thans erkende diensten een reglementaire basis ontneemt om hun opdrachten vanaf 1 januari 2016 uit te oefenen; dat dit besluit de inwerkingtreding uitstelt van het besluit van 8 mei 2014, door een bruikbaar systeem voor de aanvraag om erkenning voor de diensten te organiseren via een voorafgaande inwerkingtreding van het artikel betreffende de erkenningsprocedure; Gelet op het
...[+++] advies nr. 58.604/2 van de Raad van State, gegeven op 9 december 2015 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari 1973; Overwegende het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor plaatsing in gezinnen; Overwegende dat het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 mei 2014 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor optreden en begeleiding in het kader van de gezinsopvang in zijn artikel 26 bepaalt dat het besluit op 1 januari 2016 in werking treedt; Overwegende dat artikel 25 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 mei 2014 bepaalt dat de diensten voor gezinsopvang die overeenkomstig het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor plaatsing in gezinnen, erkend zijn maar die overeenkomstig het besluit van 8 mei 2014 wensen erkend te worden als diensten voor plaatsing in gezinnen, hun erkenning uiterlijk zes maanden vóór de inwerkingtreding van het besluit van 8 mei 2014 moeten aanvragen; Overwegende dat de diensten hun erkenning niet hebben kunnen aanvragen op basis van een bepaling van het besluit van 8 mei 2014 die niet in werking is getreden; Overwegende dat de bepalingen van de artikelen 25 en 26 van het besluit onverenigbaar met elkaar zijn; Overwegende dat bovendien een voorontwerp van decreet houdende de Code voor preventie, hulpverlening aan de jeugd en jeugdbescherming momenteel besproken wordt en dat het aanpassingen van het besluit van 8 mei 2014 mogelijk kan vereisen; dat het dan ook niet opportuun is dat een nieuw besluit sinds nu in werking treedt, waarbij de diensten met opeenvolgende wijzigingen in een te korte tijdsverloop geconfronteerd zouden worden; Overwegende dat, om de juridische zekerheid te waarborgen van de diensten erkend overeenkomstig het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 maart 1999 betreffende de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van en de toekenning van toelagen aan de diensten voor plaatsing in gezinnen die geen reglementaire basis meer zullen hebben op 1 januari 2016, datum voorzien voor de inwerkingtreding van het besluit van 8 mei 2014, de inwerkingtreding van dit laatste uitgesteld moet worden om het mogelijk te maken voor de diensten om hun erkenning te genieten op basis van het besluit van 15 maart 1999, en om ze een reglementaire basis te geven om een nieuw erkenning aan te vragen; Op de voordracht van de Minister van Hulpverlening aan de Jeugd; ......i
f à la procédure d'agrément n'est toujours pas entré en vigueur; que cette situation place dès lors les services actuellement agréés sans base règlementaire pour exercer leurs missions au 1 janvier 2016; le présent arrêté postpose l'entrée en vigueur de l'arrêté du 8 mai 2014 tout en organisant, par le biais d'une entrée en vigueur préalable de l'article relatif à la procédure d'agrément, un système praticable de demande d'agrément pour les services; Vu l'avis n° 58.604/2 du Conseil d'Etat donné le 9 décembre 2015 en application de l'article 84, § 1 , alinéa 1 , 3°, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat du 12 janvier 1973; C
...[+++]onsidérant l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 mars 1999 relatif aux conditions particulières d'agrément et d'octroi des subventions pour les services de placement familial; Considérant que l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 8 mai 2014 relatif aux conditions particulières d'agrément et d'octroi des subventions pour les services d'intervention et d'accompagnement en accueil familial stipule en son article 26 que l'arrêté entre en vigueur le 1 janvier 2016; Considérant qu'en son article 25, l'arrêté du 8 mai 2014 prévoit que les services de placement familial agréés conformément à l'arrêté du 15 mars 1999 qui souhaitent être agréés conformément l'arrêté du 8 mai 2014 comme services d'intervention et d'accompagnement en accueil familial sollicitent leur agrément au plus tard six mois avant l'entrée en vigueur de l'arrêté du 8 mai 2014; Considérant que les services n'ont pas pu solliciter leur agrément sur la base d'une disposition de l'arrêté du 8 mai 2014 qui n'est pas entrée en vigueur; Considérant que les dispositions des articles 25 et 26 de l'arrêté sont incompatibles entre elles; Considérant en outre qu'un avant-projet de décret portant le Code de la prévention, de l'aide à la jeunesse et de la protection de la jeunesse est actuellement en discussion et qu'il est susceptible de demander des adaptations de l'arrêté du 8 mai 2014; qu'il n'est dès lors pas opportun qu'un nouvel arrêté entre en vigueur dès à présent, ce qui placerait les services face à des modifications successives dans un laps de temps trop court; Considérant dès lors que, pour assurer la sécurité juridique des services agréés en vertu de l'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 15 mars 1999 relatif aux conditions particulières d'agrément et d'octroi des subventions pour les services de placement familial qui ne disposeront plus de base réglementaire à la date du 1 janvier 2016, date prévue pour l'entrée en vigueur de l'arrêté du 8 mai 2014, il convient de postposer l'entrée en vigueur de ce dernier et permettre que les services continuent à bénéficier de leur agrément sur la base de l'arrêté du 15 mars 1999, tout en leur fournissant une base réglementaire pour solliciter un nouvel agrément; Sur la proposition du Ministre de l'Aide à la jeunesse; ...