6. veroordeelt alle vormen van geweld tegen vrouwen, met name eermoorden, geweld op grond van culturele of religieuze overtuigingen, gedwongen huwelijken, kinderhuwelijken, gendercide en moorden naar aanleiding van de bruidsschat; bevestigt dat de EU deze vormen van geweld als foltering moet behandelen; vraagt alle belanghebbenden actief te blijven streven naar de voorkoming van folterpraktijken via bewustmakingsmaatregelen;
6. condamne toute forme de violence contre les femmes, en particulier les meurtres d'honneur, les actes de violence liés aux convictions culturelles ou religieuses, les mariages forcés, les mariages précoces, les généricides et les assassinats liés à la dot; soutient que l'Union doit considérer ces actes comme des formes de torture; invite toutes les parties prenantes à œuvrer activement en faveur de la prévention de la torture au moyen de l'éducation et de mesures de sensibilisation;