8. herhaalt zijn vraag om een rechtshandeling inzake „convergentierichtsnoeren”, goed te keuren volgens de gewone wetgevingsprocedure, waarin, voor een vaste period
e, een zeer beperkt aantal doelen wordt vastgesteld voor de meest urgente hervormingsmaatregelen en
zijn verzoek dat de lidstaten verzekeren dat de nationale hervormingsprogramma's worden opgezet op basis van voornoemde convergentierichtsnoeren en door de Commissie worden gecontroleerd; verzoekt de
lidstaten van de EU zich ...[+++] ertoe te verbinden hun nationale hervormingsprogramma's volledig uit te voeren; stelt voor de lidstaten in dit kader de mogelijkheid te bieden met de EU-instellingen een „convergentiepartnerschap” aan te gaan, op grond waarvan voorwaardelijke financiering kan worden toegekend voor hervormingen; beklemtoont nogmaals dat een dergelijke intensievere economische samenwerking hand in hand dient te gaan met stimulerende financiële maatregelen; is van mening dat eventuele extra financiering of instrumenten, zoals een solidariteitsmechanisme, integraal deel moeten uitmaken van de EU-begroting, zonder dat de vastgestelde uitgavenrubrieken van het meerjarig financieel kader daarop van toepassing zijn; 8. réitère sa demande pour qu'un acte législatif relatif à des «orientations en matière de convergence» soit adopté selon la procédure législative ordinaire, afin de fixer, pour une période donnée, un nombre très limité d'objectifs pour les mesures de réforme les plus urgentes et que les États membres veillent à ce que les programmes nationaux de réforme soient établis sur la base desdites orientations et contrôlés par la Commission; invite les États me
mbres à s'engager à mettre pleinement en œuvre leurs programmes nationaux de réforme; propose que, dès lors, les États membres puissent nouer un «partenariat pour la convergence» avec le
...[+++]s institutions de l'Union, leur offrant la possibilité d'un financement conditionnel pour conduire les réformes; rappelle qu'un tel renforcement de la coopération économique devrait aller de pair avec un mécanisme financier fondé sur des mesures d'incitation; estime que tout financement ou instrument supplémentaire, tel qu'un mécanisme de solidarité, devrait faire partie intégrante du budget de l'Union, mais en dehors de l'enveloppe convenue dans le cadre financier pluriannuel (CFP);