Bij beschikking van 17 oktober 2001 heeft het Hof de zaken in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 20 november 2001, nadat het de partijen had verzocht uiterlijk op 12 november 2001 een aanvullende memorie in te dienen omtrent de gevolgen van de artikelen 4, 8 en 12 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2001 « houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999, houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2001) op de beroepen tot vernietiging.
Par ordonnance du 17 octobre 2001, la Cour a déclaré les affaires en état et fixé l'audience au 20 novembre 2001, après avoir invité les parties à introduire, le 12 novembre 2001 au plus tard, un mémoire complémentaire concernant les effets, sur les recours en annulation, des articles 4, 8 et 12 du décret flamand du 13 juillet 2001 « modifiant le décret du 18 mai 1999 portant l'organisation de l'aménagement du territoire et du [lire : le] décret relatif à l'aménagement du territoire, coordonné le 22 octobre 1996 » (publié au Moniteur belge du 3 août 2001).