Moeten artikel 3 en artikel 94, eerste, en tweede lid, van verordening 1408/71 (1) aldus worden uitgelegd dat deze bepalingen zich ertegen ve
rzetten dat aan een voormalige zeevarende die deel uitmaakte van de bemanning van een zeeschip met een thuishaven in een lidstaat, die geen woonplaats had aan de wal en die geen onderdaan was van een lidstaat, nadat de staat waarvan deze zeevaren
de de nationaliteit heeft, tot (een rechtsvoorganger van) de Unie is toegetreden of verordening 1408/71 voor deze staat in werking is getreden, ouderdomspensioen (
gedeelteli ...[+++]jk) wordt geweigerd op de enkele grond dat deze voormalige zeevarende in het tijdvak van (pretense) verzekering niet de nationaliteit had van de (eerstgenoemde) lidstaat?Les articles 3 et 94, paragraphes 1 et 2, du règlement 1408/71 (1) doivent-ils être interprétés en ce sens que ces dispositions s’opposent à ce qu’un ancien marin, qui faisait partie de l’équipage d’un navire ayant un port d’attache dans un État membre, qui ne disposait pas d’une résidence sur la terre ferme et qui n’était pas ressortissant d’un État membre, se voie refuser (partiell
ement) une pension de vieillesse après que l’État dont il a la nationalité a adhéré à (un prédécesseur en droit de) l’Union ou après que le règlement 1408/71 est entré en vigueur à l’égard cet État, au seul motif que cet ancien marin n’avait pas la nationalit
...[+++]é de l’État membre (cité en premier lieu) pendant la période d’assurance (alléguée)?