Tendensen: het aantal 30- tot 34-jarigen dat hoger onderwijs heeft gevolgd, is gestegen van 22,4% in 2000 naar 32,3% (vrouwen: 35,7%, mannen: 28.9%) in 2009, dus met bijna tien procentpunten.
Tendances: le taux des diplômés de l’enseignement supérieur chez les 30-34 ans est passé de 22,4 % en 2000 à 32,3 % (femmes: 35,7 %, hommes: 28,9 %) en 2009, ce qui représente une augmentation de quasi 10 points de pourcentage.