Artikel 440, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt immers: « De advocaat verschijnt als gevolmachtigde van de partij zonder dat hij van enige volmacht moet doen blijken, behalve indien de wet een bijzondere lastgeving eist ».
En effet, en vertu de l'article 440, alinéa 2, du Code judiciaire, « L'avocat comparaît comme fondé de pouvoir sans avoir à justifier d'aucune procuration, sauf lorsque la loi exige un mandat spécial ».