76. benadrukt dat belastingconcurrentie beslist niet beperkt is tot de lidstaten, met inbegrip van hun afhankelijke of geassocieerde gebieden, en dat de meeste onderzochte praktijken een internationale dimensie hebben, vanwege de verschuiving van winsten naar rechtsgebieden met een laag belastingniveau of zonder belastingheffing of met een geheimhou
dingsregeling, waar vaak geen substantiële economische activiteit plaatsvindt; betreurt dat er geen sprake is van een gecoördineerde aanpak van de lidstaten ten aanzien van al die rechtsgebieden, niet alleen op het vlak van een gezamenlijk optreden of gezamenlijke reactie tegen hun schadelijk
...[+++]e praktijken, maar ook, ondanks de inspanningen van de Commissie, met betrekking tot hun identificatie en de relevante criteria; schaart zich daarom resoluut achter het voorstel van de Commissie van 2012, dat voorziet in substantiële criteria voor eerlijke concurrentie, naast transparantie en de uitwisseling van informatie, alsook de recente publicatie in het belastingpakket van de Commissie van 17 juni 2015 van een lijst van niet-coöperatieve fiscale rechtsgebieden, die is vastgesteld aan de hand van een "gemene deler"-aanpak op basis van bestaande nationale lijsten; benadrukt dat de vaststelling van een dergelijke lijst een eerste vereiste is voor het nemen van passende maatregelen tegen dergelijke rechtsgebieden; is van oordeel dat deze lijst de eerste stap moet zijn van een proces dat leidt tot een nauwkeurige, objectieve definitie van belastingparadijzen, die als uitgangspunt kan dienen voor toekomstige lijsten, die zullen worden opgesteld aan de hand van duidelijke criteria die van tevoren bekend moeten zijn; moedigt de Commissie aan om te beoordelen of Europese rechtsgebieden aan deze criteria voldoen; 76. souligne que la concurrence en matière fiscale, loin d'avoir pour acteurs les seuls États membres (territoires dépendants ou associés compris), recouvre un ensemble de pratiques d'envergure internationale, qui s'appuient sur le transfert de bénéfices vers des juridictions sans réelle activité économique, qui cultivent une fiscalité réduite ou inexistante, ou le secret; déplore l'absence de toute démarche d'ensemble des États membres face à ces juridictions, non seulement en termes d'action ou de réaction communes face à leurs pratiques dommageables, mais encore, et ce malgré tous les efforts de la Commission en ce sens, en termes d'établissement d'une liste et de définition de critères pertinents régissant cette dernière; accorde,
dès lors, ...[+++] tout son soutien à la proposition présentée par la Commission en 2012, qui comprend des critères concrets pour assurer une concurrence équitable, la transparence et l'échange des informations, ainsi qu'à la publication récente, dans le train de mesures sur la fiscalité de la Commission du 17 juin 2015, d'une liste de juridictions fiscales non coopératives, établie sur la base d'une démarche fondée sur un dénominateur commun issu de listes existant au niveau national; souligne que l'établissement d'une telle liste est indispensable avant de prendre quelque mesure que ce soit à l'encontre de ces juridictions; est convaincu que cette liste devrait être la première mouture d'un processus aboutissant à une définition rigoureuse et objective des "paradis fiscaux", qui pourra ensuite servir de base à d'autres listes, établies sur la base de critères clairs, qui devraient être connus à l'avance; encourage la Commission à vérifier que les juridictions européennes respectent ces critères;