8. is van mening dat de hierboven genoemde juridische overwegingen en de staande praktijk, namelijk dat afzonderlijke kwijtingsbesluiten worden genomen voor iedere instelling en orgaan van de EU, deze interpretatie schragen, en dat de kwijtingsbesluiten afzonderlijk moeten worden genomen om operationele redenen, om de continuïteit en de homogeniteit van het optreden van de Unie te garanderen;
8. estime que le raisonnement juridique susmentionné et la pratique établie président à l'adoption de décisions individuelles de décharge pour chaque institution et organe de l'Union corroborent cette interprétation; considère, par ailleurs, pour des raisons opérationnelles, que les décisions portant sur la décharge doivent être adoptées séparément, afin d'éviter de provoquer une discontinuité et une rupture dans l'action de l'Union;