De reden daarvoor was dat het mogelijk was dat een jury niet kon worden samengesteld wegens de bijzondere aard van de tenlastelegging en uit vrees voor mogelijke represailles bij de burgers, aangezien de identiteit van juryleden gekend is.
La justification était qu'il pouvait s'avérer possible que le jury ne puisse être constitué en raison du caractère particulier de l'incrimination et des craintes de représailles que celui-ci pouvait faire naître chez les citoyens, l'identité des jurés étant connue.