Daar de aanvullende pensioenregelingen van land tot land sterk uiteenlopen, krijgen de lidstaten vijf jaar extra (boven op de oorspronkelijke omzettingsperiode van 2 jaar) om sommige bepalingen (wachttijd) om te zetten, als een dergelijk omzetting op korte termijn problemen zou opleveren.
Compte tenu de la diversité des régimes complémentaires de pension, les États membres peuvent bénéficier d'un délai supplémentaire de 5 ans (au-delà du delai initial de transposition de 2 ans) pour transposer certaines dispositions (période de stage) qui pourraient être trop contraignantes à court terme.