De verzoekende partijen verwijten die bepaling in de eerste plaats een verschil in behandeling in te voeren tussen, enerzijds, de geslaagden voor de bekwaamheidsproef voor verhoging in weddeschaal bedoeld in artikel 110, 2°, van het koninklijk besluit van 19 december 1997 « houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de
parketten » die de bevordering tot de weddeschaal 2D mogelijk maakt, en, anderzijds, de andere houders van een « diploma van niveau 2+ », door aa
n de eerstgenoemden geen weddescha ...[+++]al toe te kennen die gelijk is aan honderdennegen procent van een overeenstemmende weddeschaal die de laatstgenoemden zouden genieten.
Les requérants reprochent d'abord à cette disposition de faire une différence de traitement entre, d'une part, les lauréats de l'épreuve de capacité d'avancement barémique visée à l'article 110, 2°, de l'arrêté royal du 19 décembre 1997 « portant le statut administratif et pécuniaire des membres du personnel de la police judiciaire près les parquets » permettant la promotion dans l'échelle de traitement 2D et, d'autre part, les autres titulaires d'un « diplôme de niveau 2+ », en n'attribuant pas aux premiers une échelle de traitement égale à cent neuf pour cent d'une échelle de traitement correspondante dont bénéficieraient les seconds.