3. herinnert eraan dat steun voor democratie en mensenrechten, met inbegrip van de rechten van minderheden, essentiële onderdelen van het buitenlands beleid van de EU zijn; stelt dat deze prioriteit tot uiting moet komen door toewijzing van voldoende middelen aan alle externe en uitbreidingsinstrumenten, vooral met het oog op voortzetting van doeltreffende mensenrechtendialogen met landen waarvan de mensenrechtensituatie grote zorgen baart;
3. rappelle que le soutien à la démocratie et le respect des droits de l'homme, y compris les droits des minorités, sont des éléments clés de la politique étrangère de l'Union européenne; insiste pour que les allocations de crédits à tous les instruments de politique extérieure et d'élargissement reflètent bien cette priorité, afin en particulier de permettre à l'Union européenne de conduire avec efficacité un dialogue sur les droits de l'homme avec les pays dont les antécédents en la matière causent une grande inquiétude;