3. De Verdragsluitende Staat die een voorbehoud heeft gemaakt met betrekking tot een bepaling van dit Verdrag mag de naleving van deze bepaling door een andere Staat niet eisen; hij kan echter, als zijn voorbehoud beperkt of voorwaardelijk is, de naleving van de bepaling eisen voor zover hij zich daaraan gebonden heeft.
3. L'État contractant qui a formulé une réserve au sujet d'une disposition de la présente Convention ne peut prétendre à l'application de cette disposition par un autre État; toutefois, il peut, si la réserve est partielle ou conditionnelle, prétendre à l'application de cette disposition dans la mesure où il l'a acceptée.