De eerste voorwaarde luidt voortaan dat de gerechtigde in de andere Staat moet verblijven gedurende een tijdvak of tijdvakken die een totaal van 183 dagen niet te boven gaan, niet langer tijdens het kalenderjaar, maar tijdens enig tijdperk van 12 maanden dat aanvangt of eindigt tijdens het betrokken belastbaar tijdperk.
La première condition prévoit dorénavant que le bénéficiaire doit séjourner dans l'autre État pendant une période ou des périodes n'excédant pas au total 183 jours, non plus durant l'année civile, mais durant toute période de douze mois commençant ou se terminant durant la période imposable considérée.