In haar inleidingsbesluit (punt 240) was de Commissie van mening, dat indien de NMBS zou besluiten geen nieuw voordeel aan IFB te verlenen, en indien het bewijs zou worden geleverd dat de NMBS zich ertoe had verbonden haar vorderingen in kapitaal om te zetten vóór de publicatie van de richtsnoeren van 2004, de Commissie in haar eindbeslissing de steun van de NMBS aan IFB ou moeten toetsen aan de richtsnoeren van 1999.
Dans sa décision d'ouverture (point 240), la Commission a considéré que si la SNCB décide de ne pas accorder de nouvel avantage à IFB, et si la preuve est apportée que la SNCB s’était engagée à convertir ses créances en capital avant la publication des lignes directrices de 2004, la Commission devrait examiner dans sa décision finale les aides accordées par la SNCB à IFB sur la base des lignes directrices de 1999.