« Art. 3 ter. De slachtoffers van een misdrijf bedoeld in titel VIbis van het Strafwetboek, in de hoofdstukken IV en V van titel VII van hetzelfde Wetboek of van hoofdstuk I van titel VIII van hetzelfde Wetboek, die zich burgerlijke partij hebben gesteld, en de personen die van dezelfde misdrijven worden verdacht, hebben het recht om ten minste een keer gehoord te worden door de magistraat die met het onderzoeksdossier is belast».
« Art. 3 ter. Les victimes, constituées parties civiles, d'une infraction visée au titre VIbis du Code pénal, aux chapitres IV et V du titre VII du même Code ou au chapitre I du titre VIII du même Code, ainsi que les personnes inculpées des mêmes infractions, ont le droit d'être entendues au moins une fois par le magistrat en charge du dossier d'instruction».