Ingeval er ernstige en concrete aanwijzingen bestaan dat de verdachte een vermogensvoordeel in de zin van de artikelen 42, 3º, 43bis of artikel 43quater van het Strafwetboek heeft verkregen en de zaken die dit vermogensvoordeel vertegenwoordigen als zodanig niet of niet meer in het vermogen van de verdachte kunnen aangetroffen worden, kan het openbaar ministerie beslag leggen op andere zaken die zich in het vermogen van de verdachte bevinden ten belope van het bedrag van de vermoedelijke opbrengst van het misdrijf.
S'il existe des indices sérieux et concrets que la personne soupçonnée a obtenu un avantage patrimonial au sens des articles 42, 3º, 43bis ou 43quater du Code pénal et que les choses qui matérialisent cet avantage patrimonial ne peuvent pas ou ne peuvent plus être retrouvées en tant que telles dans le patrimoine de la personne soupçonnée, le ministère public peut saisir d'autres choses qui se trouvent dans le patrimoine de la personne soupçonnée à concurrence du montant du produit supposé de l'infraction.