a)de mate waarin individuele installaties in de betrokken bedrijfstak of deeltak hun emissieniveau of elektriciteitsverbruik kunnen verlagen, daarbij zo nodig de stijging van de productiekosten in aanmerking nemend die de daarmee samenhangende investeringen kunnen meebrengen, bijvoorbeeld op basis van de meest efficiënte technieken.
a)la mesure dans laquelle les installations du secteur ou sous-secteur concerné ont la possibilité de réduire leurs niveaux d’émission ou leur consommation d’électricité, y compris, le cas échéant, l’augmentation des coûts de production que l’investissement peut entraîner, par exemple en recourant aux technologies les plus performantes.