Zoals het Hof al in de arresten nrs. 21/94, 53/94 en 64/94 heeft geoordeeld, is het immers niet discriminerend de plaatsvervangende rechters die in functie waren op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet van 18 juli 1991, vrij te stellen van het bekwaamheidsexamen omdat hun aanwervingsvoorwaarden op dat ogenblik dezelfde waren als die voor de werkende magistraten die werden geacht geslaagd te zijn voor het bekwaamheidsexamen.
Ainsi que la Cour l'a dit déjà dans ses arrêts n 21/94, 53/94 et 64/94, il n'est en effet pas discriminatoire d'exempter de l'examen d'aptitude les juges suppléants qui étaient en fonction au moment de l'entrée en vigueur de la loi du 18 juillet 1991, parce que les conditions de leur recrutement étaient à ce moment les mêmes que celles des magistrats effectifs, qui étaient réputés avoir réussi l'examen d'aptitude.