Het verwijzende rechtscollege is bovendien van oordeel dat de huisvesting van het hele gezin in een federaal opvangcentrum een inmenging vormt in het recht van eenieder van de gezinsleden op de eerbiediging van zijn privé- en gezinsleven, en dat die inmenging het in artikel 22 van de Grondwet gewaarborgde legaliteitsbeginsel zou kunnen schenden.
La juridiction a quo considère en outre que l'hébergement de l'ensemble de la cellule familiale dans un centre fédéral d'accueil constitue une ingérence dans le droit de chacun de ses membres au respect de sa vie privée et familiale, et que cette ingérence pourrait violer le principe de légalité garanti par l'article 22 de la Constitution.