Het voorstel neemt de cijfers over die reeds sinds geruime tijd worden gehanteerd met betrekking tot specifieke groepen van werknemers (zie artikel 31 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering), te weten 216, 324 en 432 dagen in plaats van 312, 468 en 624 dagen zoals bepaald in de algemene regeling;
La proposition reprend les chiffres acceptés depuis longtemps pour des travailleurs particuliers (cf. article 31 de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 relatif au chômage), à savoir 216, 324 et 432 jours au lieu de 312, 468, et 624 fixés par le régime général;