Zijn zorg bestond erin « op een evenwichtige wijze rekening [te houden] met de gecombineerde belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, de werknemers en de economie in [haar] geheel » en voor een menselijke regeling te zorgen die de rechten van alle betrokken partijen eerbiedigt (ibid., nr. 631/13, p. 29).
Il s'est soucié de tenir « compte, de manière équilibrée, des intérêts combinés de la personne du failli, des créanciers, des travailleurs et de l'économie dans son ensemble » et d'assurer un règlement humain qui respecte les droits de toutes les parties intéressées (ibid., n 631/13, p. 29).