Bovendien, om mogelijke fiscale concurrentie te beperken, bepaalt artikel 5, § 2, 4°, van de bijzondere financieringswet van 16 januari 1989, vervangen bij artikel 7, 2°, van de voormelde bijzondere wet va
n 13 juli 2001, als criterium voor het lokaliseren van de successierechten van
rijksinwoners, « de plaats waar de overledene, op het ogenblik van zijn overlijden, zijn fiscale woonplaats had », en preciseert het dat, « als de fiscale woonplaats van de overledene tijdens de periode van vijf jaar vóór zijn overlijden op meer dan één pl
...[+++]aats in België gelegen was », de successierechten worden gelokaliseerd « op de plaats in België waar zijn fiscale woonplaats tijdens de voormelde periode het langst gevestigd was ».En outre, afin de limiter le risque de concurrence fiscale, l'article 5, § 2, 4°, de la loi spéciale de financement du 16 janvier 1989, remplacé par l'article 7, 2°, de la loi spéciale du 13 juillet 2001 précitée, définit comme critère de localisation des droits de succession des habitants du Royaume « l'endroit où le défunt avait son domicile fiscal au moment de son décès », et précise que « si le défunt a eu son d
omicile fiscal dans plus d'un endroit en Belgique au cours de la période de cinq ans précédant son décès », les droits de succession se localisent « à l'endroit de la Belgique où son domicile fiscal a été établi le plus longte
...[+++]mps pendant ladite période ».