Het Hof heeft dus de bescherming van de gezondheid van de patiënt laten prevaleren boven overwegingen van zuiver economische aard die overigens, volgens een onveranderlijke jurisprudentie, geen rechtvaardiging kunnen zijn voor een belemmering van het grondbeginsel van het vrij verrichten van diensten.
La Cour a donc fait primer la protection de la santé du patient sur des considérations de nature purement économiques qui ne peuvent d’ailleurs, selon une jurisprudence constante, justifier une entrave au principe fondamental de la libre prestation des services.