T. overwegende dat verbranding van PVC-producten leidt tot de emissie van gevaarlijke stoffen, zoals zoutzuur, die vervolgens moeten worden geneutraliseerd om te voldoen aan de grenswaarden die worden voorgeschreven door de geldende voorschriften en aldus afvalstoffen kunnen opleveren die als gevaarlijk zijn ingedeeld, in hoeveelheden die groter kunnen zijn dan de hoeveelheden die het materiaal voor verbranding bevatte, alsmede de emissie van zware metalen, zoals cadmium dat zeer moeilijk te verwijderen is door de vluchtigheid van het metaal,
T. considérant que l'incinération des produits en PVC dégage des substances dangereuses, telles que l'acide chlorhydrique (HCl), qu'il faut ensuite neutraliser pour respecter les valeurs limites imposées par la législation en vigueur, et génère ainsi des déchets classés comme déchets dangereux, dans des quantités pouvant être supérieures aux quantités incinérées, ainsi que des émissions de métaux lourds, tels que le cadmium, contre lequel il est très malaisé de lutter en raison de la volatilité de ce métal,